4 minuten Door Fabienne van Wijngaarden, Nederlands.
Uit het archief van Utrechtse scheldwoorden: ‘Wat is er anno 2020 eigenlijk verkeerd aan ‘Utrechtenaar’?’
Menig student die een kamertje heeft weten te bemachtigen in Utrecht zal met trots vertellen dat ze zich een ware Utrechtenaar voelen, zonder enig idee dat de uitspraak niet betekent wat ze verwachten. Dat is ook niet gek, want in principe zouden Utrechter en Utrechtenaar dezelfde betekenis moeten hebben. Het zou beiden moeten slaan op mensen die uit de prachtige stad Utrecht afkomstig zijn, toch?
Verbazingwekkend genoeg blijkt dat niet helemaal het geval te zijn. Hoewel Utrechter en Utrechtenaar vaak door elkaar gebruikt worden, heeft één van de twee een verrassende, andere betekenis. De term ‘Utrechtenaar’ staat in de volksmond namelijk gelijk aan een homoseksuele man. Maar waar komt deze term eigenlijk vandaan?
De term bestaat al eeuwen, maar sinds 1974 is deze opgenomen in het Bargoens woordenboek van drs. Enno Endt en drs. Lieneke Frerichs. Zij zijn neerlandici, wellicht bekend van boeken zoals Herman Gorter (1966) en Het festijn van tachtig (1990). Tegenwoordig is de term wijdverspreid en is het ook terug te vinden in online woordenboeken zoals Ensie en het Vlaamse Betekenis.be.
Utrechtenaar: bekend scheldwoord
Ook kranten erkennen de dubbele betekenis van het woord, zo blijkt uit een artikel van de Volkskrant uit 1985.
‘Om een Nederlandse Kiessling-affaire te vermijden en om Van Kouterik persoonlijk leed te besparen, wijs ik erop dat een inwoner van zowel de stad als de provincie Utrecht een Utrechter is, en een gelijkslachtige georiënteerde heer een Utrechtenaar.’
Gerrit Jan van Heuven Goedhart, de hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad in de jaren dertig, wilde niet dat zijn redacteuren het woord Utrechtenaren gebruikten in verband met de dubbele betekenis van het woord. Zo wordt atleet Henk van den Broek in 1956 een Utrechter genoemd in plaats van Utrechtenaar. Dit is een van vele voorbeelden.
De dubbele betekenis van de term is zelfs zo bekend dat er groepen zijn die actie voeren tegen het onderscheid, meldt het Algemeen Dagblad in 2020. Zij zijn niet de enige: ook Joost Danvers en Carmen Nelissen van RTV Utrecht schrijven er een stuk over. ‘Wat is er anno 2020 eigenlijk verkeerd aan een Utrechtenaar?’ vragen zij zich af. Het antwoord is dat er niks mis is met homoseksualiteit. Sterker nog, de homogemeenschap in Utrecht draagt de naam nu met trots, iets wat vorig jaar tijdens de Roze Wandeling van de Utrechtse Historische Studenten Kring uitvoerig aan bod kwam.
Sodomietenvervolging
Het is allemaal begonnen met een heftige zomerstorm in Utrecht in 1674. Die zorgde er voor dat het middenschip van de Domkerk instortte. Snel daarna veranderde de ruïnes in een populaire ontmoetingsplekken voor sodomieten (mannen die op zoek waren naar seks met andere mannen). Dit was echter niet de enige ontmoetingsplek in Utrecht. Ook de wallen, Janskerkhof en de Domtoren waren populair.
Deze laatste is dan ook de locatie waar de sodomietenvervolgingen uiteindelijk hun oorsprong vonden. De bewaker van de Domtoren, Josua Wilts, werd in januari 1730 voor het gerecht geroepen in verband met zijn agressieve houding tijdens zijn beveiligingstaken. Hij greep deze kans om zich te beklagen over de mannen die elkaar ontmoetten in de ruïnes, wat verdere vervolgingen ontketende. De achttiende eeuw gaf daar ook aanleiding toe. De Republiek was toen namelijk in handen van een nieuwe morele protestantse ideologie. Er werd steeds meer belang gehecht aan het huwelijk. Alles wat het huwelijk in gevaar bracht, moest volgens de staat en de kerk gestraft worden. Hieronder viel de prostitutie, masturbatie, en ook homoseksualiteit.
Verborgen netwerken
Tussen mei 1730 en oktober 1731 werden honderden mannen uit verschillende steden veroordeeld. Voor bijna honderd van hen eindigde dit in de dood. Achttien van hen waren afkomstig uit Utrecht. Een van deze opgepakte en vervolgde mannen was Zacharias Wilsma, een voormalig soldaat. Hij werd uiteindelijk aangehouden en was bereid om meer namen te noemen om zijn eigen hachje te redden.
Hij was niet de enige man die dit deed. Deze keuze van het aangeven van anderen in ruil voor eigen veiligheid verspreidde zich als een lopend vuurtje door Nederland. Veel mannen konden nieuwe namen noemen dankzij een wijdverspreid netwerk van homoseksuele mannen in Nederland. Dit netwerk van mannen had een subcultuur, die al was ontstaan in de zeventiende eeuw. Ze hadden een eigen codetaal om met elkaar te communiceren en deelden vaste ontmoetingsplaatsen. Deze mannen waren ‘Utrechtenaren’ en gedroegen zich ‘Utrechts’ (homoseksueel). In de achttiende eeuw was dit netwerk verspreid over heel de Republiek.
Homomonument in Utrecht
De homovervolgingen worden in Utrecht herdacht met een monumentale steen. De steen is gelegen bij de Domkerk en ligt sinds zijn restauratie in 2013 rechts van de ingang. De originele steen werd in 1999 geplaatst. Onder de inwoners van Utrecht staat het monument bekend als het Homomonument.
Opflikkeren met onderscheid
‘Utrechtenaar’ is echter niet de enige benaming met een dubbele betekenis dat over is gebleven van deze vervolgingen. ‘Hij is van achter de Dom’, ‘van Utrecht zijn’ en ‘Een Utrechtenaar draagt zijn broek achterstevoren’ zijn volgens Enno Endt ook synoniemen voor homoseksualiteit. De hoge Domtoren zou hierbij symbool staan voor het mannelijk geslachtsdeel.
Toch is Utrechtenaar wel het eufemisme dat de meeste aandacht van diverse media krijgt. Veel mensen hebben er uitgesproken meningen over. Zo ook de leden van Thirty030, een groep jonge diverse stadsambassadeurs. Deze ambitieuze groep jongeren begon in 2021 een campagne over het gebruik van Utrechtenaar. Hun mening over de kwestie is duidelijk:
‘Het verschil tussen Utrechter en Utrechtenaar bestaat nog steeds, maar als het aan ons ligt niet meer. Flikker op met dat onderscheid. Wij zijn allemaal Utrechtenaren! Vier de vrijheid, vier het leven en wees lief voor elkaar.’
Utrechtenaar: vergeten of gebruiken?
Dat ‘Utrechtenaar’ een woord is met een bloederige geschiedenis staat vast. Voor bijna honderd mannen heeft de beschuldiging van zogenaamd ‘Utrechts gedrag’ dodelijke gevolgen gehad. Later is het gebruikt als een scheldwoord voor homoseksuele mannen, dezelfde groep die het eufemisme eerder het leven kostte. Tegenwoordig verschillen de meningen over het gebruik van het woord. Sommige mensen zijn van mening dat we de dubbele betekenis moeten vergeten en het gewoon moeten gebruiken, terwijl anderen juist vinden dat we de term en zijn betekenis moeten omarmen. Uiteindelijk blijven er twee vragen over: ben jij Utrechter of Utrechtenaar? Maakt het je überhaupt uit?
Fabienne van Wijngaarden zit in haar tweede jaar van de bachelor Geschiedenis. Dit jaar vervult ze bij de Aanzet de rol van hoofdredacteur, iets wat ze met veel passie doet. Ze interesseert zich voornamelijk in internationale betrekkingen en vrouwen- en LHBTQI+ geschiedenis.
Bronnen
- David J. Bos, ‘Hellish Evil, Heavenly Love: A Long-Term History of Same-Sex Sexuality and Religion in the Netherlands,’ in Public Discourses About Homosexuality and Religion in Europe and Beyond, ed. Marco Derks en Mariecke van den Berg (Palgrave Macmillan, 2020) 21-58.
- D.J. Noordam, ‘Homoseksuelen en sodomieten in Nederland: verbranden of tolereren?’ Leidschrift 6 (1990) special issue, 87-112.
- D.J. Noordam, Riskante relaties. Vijf eeuwen homoseksualiteit in Nederland, 1233-1733 (Hilversum: Uitgeverij Verloren, 1995).
- D.J. Noordam, ‘Sodomy in the Dutch Republic, 1600-1725.’ Journal of Homosexuality 16 (1989) 1-2, 207-228.
- Femke Deen, ‘De vervolging van Sodomieten in de achttiende eeuw’, versie 30 november 2022.
- ‘Geschiedenis van de Nederlandse homo-emancipatie‘, Nieuws, IsGeschiedenis.nl, gepubliceerd op 8 oktober 2020.
- ‘Homomonument Utrecht terug op Domplein’, Algemeen, DUIC, gepubliceerd op 18 april 2012.
- H. Tigelaar, ‘‘Beschuldigt zijnde van iets dat niet genaamd behoorde te worden’: de sodomietenvervolging in de stad Utrecht in 1797-1798’ in Jaarboek Oud-Utrecht 1996, 115-144.
- Joost Danvers & Carmen Nelissen, ‘Wat is er anno 2020 eigenlijk verkeerd aan een Utrechtenaar?’, RTV Utrecht, gepubliceerd op 13 juni 2020.
- Liselotte Idema, ‘Utrechtse mysteries opgelost: Utrechter of Utrechtenaar’, gepubliceerd op 2 oktober 2016.
- Marc de Coster, ‘Utrechtenaar’, in Groot Scheldwoordenboek via Ensie, gepubliceerd op 2 januari 2020.
- Theo van der Meer, ‘‘Are Those People Like Us’ – Early Modern Homosexuality in Holland,’ in Queer Masculinities, 1550-1800, ed. K. O’Donnell en M. O’Rourke (London: Palgrave Macmillan, 2006) 58-76.
- ‘Utrechtse sodomieprocessen’, Wikipedia, versie 10 november 2022.
Beeld bovenaan: Prentje ‘De DOMS TOORN en KERK te Utrecht, door een schriklyk Onweder of Orkaen in het Jaer 1674 ter nedergeslagen en in deeze gestalte gesloopt’ (door A. Rademaker ?) naar de situatie van 1674. Via Het Utrechts Archief.
Lees verder
- Dasja Zonneveldt, ‘Kleren maken de man.’ Historisch Tijdschrift Aanzet 34, no. 1 (2018): 20-26.
- Eline Kemps, ‘Transgenderverhalen via pridevlag en petticoat.’ Historisch Tijdschrift Aanzet 31, no. 1 (november 2015): 58-59.
- Jeffrey Ducaat, ‘De Kunst ter verdediging. Over de vermeende homoseksuele identiteit van Oscar Wilde en zijn verzet hiertegen.’ Historisch Tijdschrift Aanzet 29, no. 3 (mei 2014): 6-17.