Decor van de ontvangsthal: rode vlaggen met hakenkruis hangen in een witte straat. De periode 1940-1941 heeft als ondertitel ‘Aanpassen of verzetten?’ gekregen.

Het Verzetsmuseum: sterk in het persoonlijke

 7 minuten  Door Floor Schuurmans en Fabienne van Wijngaarden, Nederlands.

Twee redacteuren bezochten het nieuwe Verzetsmuseum in Amsterdam en gaven hun mening: ‘Wie op zoek is naar een gezicht van de Tweede Wereldoorlog is hier zeker aan het juiste adres, maar een bredere context ontbreekt.’


Het vernieuwde Verzetsmuseum in Amsterdam opent na een verbouwing van zes maanden weer zijn deuren. Redacteuren Floor Schuurmans en Fabienne van Wijngaarden woonden de persopening bij, waarna ze ook de kans kregen om als een van de eersten de nieuwe museumopzet te ontdekken.

Inclusiviteit staat voorop

De aanwezige pers kreeg een presentatie van de mensen achter de vernieuwde opzet: directeur Liesbeth van der Horst, conservator Karlien Metz en Hoofd Educatie & Toegankelijkheid Sandra ter Mijtelen. Volgens Van der Horst was ‘het tijd om de presentatie [van het museum], zowel uiterlijk als inhoudelijk, te vertalen naar het heden.’ Het museum streeft daarom naar een inclusievere geschiedenis aan de hand van persoonlijke verhalen. Hokjesdenken wordt uit de weg gegaan. Mensen zijn niet óf vervolgden, óf collaborateurs, óf omstanders, óf verzetsstrijders; in de praktijk liep alles door elkaar.

Muur met twee foto's erop. In het midden staat de tekst 'Koloniale banden'. Daaronder hangt een editie van Het Parool over Indonesische studenten. Een persoon bekijkt deze.
Muur met twee foto’s erop, rechts Anton de Kom. In het midden hangt een editie van Het Parool over Indonesische studenten. Floor bekijkt deze. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

(Beperkt) aandacht voor koloniaal perspectief

Ook belicht de tentoonstelling dat Nederland een koloniale macht was tijdens de oorlog. Verhalen van verzetsmensen uit de koloniën komen bijvoorbeeld aan bod. Die werkten samen met de illegale pers om de publieke opinie rijp te maken voor koloniale onafhankelijkheid. Dit koloniale perspectief is van groot belang voor het inclusievere verhaal van het Verzetsmuseum. Toch wordt dit in praktisch een bezemkast tentoongesteld. Van der Horst zei in haar openingsspeech het volgende hierover: 

‘We belichten nadrukkelijk dat Nederland een koloniale macht was en vertellen verhalen van verzetsmensen uit de koloniën, die samenwerkten met de illegale pers, om de publieke opinie rijp te maken voor koloniale afhankelijkheid’. 

Op de muur wordt een film geprojecteerd. Er zijn mensen te zien die borden vasthouden met leuzen over werkloosheid, zoals ‘Why can’t you give my dad a job?’ Rechtsonder is een gebarentolk.
Introductiefilmpje van een nieuw bezettingsjaar, met gebarentolk rechtsonder. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Volledig zelfstandig toegankelijk

Niet alleen de inhoud is inclusiever geworden, ook in praktisch opzicht heeft het vernieuwde Verzetsmuseum hierin stappen gezet. Het is nu het enige museum in Nederland dat zelfstandig te bezoeken is voor mensen met een visuele of auditieve beperking.  Adviesgroepen van blinden, slechtzienden, doven, slechthorenden en laaggeletterden hebben hier tijdens de vernieuwing aan bijgedragen. Dit is dan ook vooral waarin het museum uitblinkt. Alle informatieve filmpjes bevatten gebarentolken, het museum heeft speciale koptelefoons voor slechthorenden en door de gehele tentoonstelling is routegeleiding te vinden. Daarnaast is het volledige museum gelijkvloers, dus ook mensen met een rolstoel kunnen de tentoonstelling zonder zorgen bezoeken. Overigens zijn alle teksten zowel in het Nederlands als in het Engels te lezen.

Foto van een sjabloon op de muur, bedoeld om letters netjes op de muur te kunnen verven. Er moet ‘Meevechten met de Duitsers’ komen te staan.
Het museum was nog niet helemaal af: hier hangt nog een sjabloon op de muur. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Na de presentatie over de vernieuwde opzet kregen we de kans om deze daadwerkelijk te bezichtigen. Het is maar goed dat de officiële opening pas een paar dagen later is. Op de muren hangen nog sjablonen, er slingeren nog potten verf rond en tussen de journalisten loopt nog een aantal werklui. Desondanks was het al een prachtige expositie.

Onderdompeling

Wat ons vooral opviel, waren de schitterende decors. Tentoonstellingsbouwer Kloosterboer heeft naar het ontwerp van Studio Ilona Laurijsse van het museum een ware emotionele ervaring gemaakt, door het gebruik van verschillende beelden, lichten en materialen. Je start in een relatief lichte straat, maar het labyrint daarna wordt alsmaar donkerder. De bevrijding in 1945 is een letterlijk en figuurlijk licht aan het einde van de tunnel. 

Reis door de bezetting

Het eerste wat je als bezoeker ziet, zijn de hakenkruisvlaggen in de lucht, die meteen een krachtige indruk achterlaten. Hierna vervolg je de reis door de tijd in een kunstzinnig labyrint. Het stuk van de tentoonstelling over onderduikers zit verstopt achter een deur en de informatie over de illegale verzetskranten is zichtbaar door een gat in de muur. Wanneer de expositie over de concentratiekampen en verzetsstrijders in verschillende gevangenissen begint, wordt het licht nog beduidend donkerder. De sfeer wordt op deze manier verder gedrukt – uiterst toepasselijk. Een kooi verbeeldt de vervolging van de Joden en de laatste bezettingsfase wordt geïllustreerd door een omgeving vol oorlogsschade. Deze stilistische keuzes nodigen introspectie en somberheid uit, en zijn in onze mening meesterlijk gemaakt. Erg indrukwekkend was ook de replica van een cel, compleet met leuzen op de muur. 

Foto van bevrijdingsrokken: lange rokken gemaakt van verschillende stukken textiel in allerlei kleuren en patronen.
Een ‘bevrijdingsrok’ gemaakt van verschillende stukken textiel na de bevrijding. Steven de Boer schreef er een Beeldspraak over. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Na dit donkere hoofdstuk komt de bezoeker terecht in een Walhalla van licht: de bevrijding. Ook dit is prachtig vormgegeven, met verhalen over de bevrijdingsfeesten en de bevrijdingsrok waar onze redactie al eerder aandacht aan besteedde

Een hand schrijft op een uitvergroot, geprojecteerd paspoort.
Interactieve vervalsing van een paspoort. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Kinderlijk plezier

De prachtige visuele keuzes zijn een grote stap voor het museum. Ze hebben gepoogd om de sfeer in de expositieruimtes ‘ruimtelijker en moderner te maken door kunstzinnige installaties met wisselende, spannende materiaalkeuzes en interactieve tentoonstellingsonderdelen.’ Met deze interactieve onderdelen hebben wij ons uitstekend vermaakt, al vroegen we ons wel af wie hier precies de doelgroep voor was. Slechtzienden zouden hier niet van kunnen genieten, en voor volwassenen was het eigenlijk al te kinderachtig. Dat wij als geschiedenisstudenten overduidelijk niet de doelgroep waren voor deze elementen kon toch de pret niet drukken. We hebben hartelijk gelachen om een interactief element waar je zelf een paspoort vervalst en we hebben wat meer over het proces achter vervalsing geleerd. Voor kinderen zal dit ongetwijfeld een leuke ervaring zijn. 

Persoonlijke noot niet altijd geraakt

Het museum bestaat nu uit honderd verschillende persoonlijke verhalen, elk met een bijpassend object. Korte tekstjes van meestal zo’n zes zinnen – waarvan de schrijvers de begrijpelijkheid hebben getest in een tweede klas van het vmbo – vertellen de verhalen. Een afsluitende zin toont de doorwerking of uitkomst van de verhalen. Het vrij simplistische taalgebruik neemt niets weg van de kracht van de verhalen: alle honderd zijn even interessant en spraakmakend.

Een mooi voorbeeld hiervan zijn de persoonlijke dagboekaantekeningen bij het stuk over onderduikers. Hierin was de tweestrijd bij onderdakbieders duidelijk te zien: het plichtsgevoel om te helpen, maar ook de opluchting zodra de onderduikers zich naar een nieuw adres verplaatsten. De kracht van de tentoonstelling schuilt in dit soort inzichten in het dagelijks levens tijdens de Tweede Wereldoorlog. 

Foto van een zwart laatje, waarin informatie schuilt. Drie foto’s van historische figuren en een uitspraak van hen zitten erin. De informatie wordt verlicht met een lamp in het laatje.
Een laatje met daarin weggestopt historische informatie. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Verstopt

Deze mooie en roerende verhalen zitten dan wel weer weggestopt achter luikjes of in laatjes. We vroegen ons in het begin af of we deze wel zomaar open mochten trekken. Soms keken we er simpelweg overheen. Dit werd mede veroorzaakt door de donkere verlichting van de ruimtes. Hieruit blijkt dat hoewel het visueel gezien een krachtige keuze is, het niet altijd even functioneel is. Daarnaast zijn de letters vrij klein, waardoor je er met je neus bovenop moet staan om de tekst te kunnen lezen. Zeker bij drukte stellen we ons voor dat bezoekers maar snel doorlopen naar een vrij plekje, waardoor ze veel verhalen mislopen.

Waar is de context?

De keuze voor persoonlijke verhalen is vrij radicaal doorgevoerd: er zijn ook geen overkoepelende teksten die een bredere context verschaffen. Wel zijn er een aantal filmpjes, mét gebarentolk, die voor elk jaar van de bezetting wat informatie geven. Een filmpje heeft als nadeel dat je er vaak middenin valt, en dan toch nog een warrig verhaal krijgt voorgeschoteld. Daar moet je maar van houden. Zelf lopen wij meestal een filmpje gewoon voorbij. 

Het ontbreken van deze rode draad is voor een student geschiedenis misschien nog niet zo erg. Wij hebben al redelijk wat achtergrondkennis en kunnen de meeste verhalen wel in de juiste context plaatsen. Maar een museum kan niet van elke bezoeker deze kennis verwachten. Mocht de nodige achtergrondkennis ontbreken, dan voelt het museum waarschijnlijk onsamenhangend aan. We misten die bredere verhaallijn dus echt om er een samenhangend verhaal van te maken. Zelfs als geschiedenisstudenten waren we soms kwijt waar in de tijd we ons precies bevonden. Daarnaast schetsen de persoonlijke verhalen geen algemeen beeld van de oorlog en het verzet in Nederland. Regionale verschillen en de exacte locaties van gebeurtenissen vallen hierdoor weg. 

Willem Arondéus op bed onder schilderijen/tekeningen aan de muur, in Urker klederdracht op Urk, met een ontwerp (?) in zijn linkerhand.
Willem Arondéus op het eiland Urk – rond 1921. Foto door Toni Boumans. Bron: United States Holocaust Memorial Museum.

Gevaar van onzichtbaarheid

Ook een ander gevaar schuilt in het louter weergeven van kleine, persoonlijke verhalen: het is heel makkelijk om er gewoon voorbij te lopen. Als je bijvoorbeeld niet een specifieke zijkamer bent ingelopen en niet een specifiek luikje hebt geopend, weet je niks over het leven van de homoseksuele Willem Arondéus. Met een groep vrienden blaast hij een bevolkingsregister op, omdat daar persoonsbewijzen konden worden gecontroleerd op authenticiteit. Hij wordt verraden en geëxecuteerd, maar daarvoor had hij aan een vriendin gevraagd om de wereld te vertellen dat homoseksuelen niet zwak zijn. En dit is nodig gebleken. Neerlandicus Theo van der Meer schrijft:

‘In de decennia na de oorlog is de dapperheid van homoseksuelen in het verzet in de vergetelheid geraakt en is de focus veel meer komen te liggen op slachtofferschap.’ 

Het verhaal van Arondéus is het enige in de gehele collectie met een nadrukkelijk LHBTI+-persoon erin – we hebben het nog nagevraagd. Het museum pronkt dan wel met inclusiviteit op dit gebied, het grootste deel van de bezoekers zal er waarschijnlijk toch geen weet van hebben. Wij waren hier in eerste instantie ook langs gelopen, en dat terwijl wij er zelfs specifiek naar op zoek waren. 

Ook het stuk over het koloniale verleden is zo voorbij te lopen, terwijl dit veel aandacht genoot in de openingsspeech. Er was welgeteld één specifieke ruimte aan besteed. Wij hadden het liever verweven door het gehele museum gezien. Misschien komt dit nog, want in augustus 2023 opent het Verzetsmuseum een aparte afdeling over de situatie in de koloniën.

Foto van een witte verzetskrant in braille.
Verzetskrant in braille, gemaakt door Lida Hoeijenbos. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Topstuk Verzetsmuseum

Iets wat wel moeilijk te missen was, is de ruimte over de verzetskrant in braille en het verhaal van de blinde maakster van deze krant, Lida Hoeijenbos. Hierin staan verhalen over de positie van mensen met beperkingen. Dit sluit erg goed aan bij de inclusieve doelgroep van het museum. Het museum is niet alleen zelfstandig te bezoeken voor mensen met verschillende beperkingen. Er wordt ook nadrukkelijk aandacht aan deze groepen geschonken, terwijl deze verhalen vaak het onderspit moeten delven. Wij waren hier ook erg van onder de indruk. 

Foto van een hoge hal waar aan het plafond verschillende pro-Duitsland propagandaposters hangen. Bovenaan hangt een bordje met de tekst 'Growing resistance'.
Hangende propagandaposters aan het einde van een gang. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Toch een bezoekje waard

Kortom, het vernieuwde Verzetsmuseum is van prachtige decors voorzien. Met een schat aan persoonlijke verhalen verlaat de bezoeker het museum, maar een algemener, breder beeld van de oorlog ontbreekt. In welke context speelden deze verhalen zich af? Dit museum is een echte aanrader voor mensen die normaal gesproken niet zelfstandig naar musea kunnen. In dat opzicht is het Verzetsmuseum werkelijk het meest inclusieve museum van Nederland.

De openingstijden van het Verzetsmuseum zijn doordeweeks van 10:00 uur tot 17:00 uur en in het weekend van 11:00 uur tot 17:00 uur. Studenten betalen €7,50, en voor Museumkaarthouders is de entree gratis.

Floor Schuurmans is tweedejaars student geschiedenis. Ze volgt de specialisatie ‘Maatschappelijke uitdagingen. Crises, ongelijkheid en duurzaamheid’ en vervult de rol van eindredacteur binnen de Aanzet.
Fabienne van Wijngaarden is ook tweedejaars student geschiedenis. Ze volgt de specialisatie ‘Globalisering en wereldorde’ en vervult de rol van hoofdredacteur binnen de Aanzet. 

Beeld bovenaan: De ontvangsthal van het nieuwe Verzetsmuseum. Nazi-vlaggen hangen in een Nederlandse straat. Foto door Fabienne van Wijngaarden.

Bronnen

Lees verder

Lees ook