4 minutes By Dirk Hooijer, in Dutch.
Woodstock was a world famous music festical, held in 1969, and has gotten much attention in the past and present. Held in the same year, the Harlem Cultural Festival, never got the same kind of attention. With his directoral debut, Ahmir ‘Questlove’ Thompson tries to pull the festival from the clutches of oblivion. Dirk Hooijer watched and reviewed ‘Summer of Soul‘.
Musa Jackson was erbij, in 1969. Het Harlem Cultural Festival. Maar pas nu hij de beelden terugziet, 52 jaar later, weet hij zeker dat hij het zich goed herinnert. Hoe bijzonder het was. De tranen rollen over zijn wangen als hij het optreden van Stevie Wonder terugziet. ‘Ik wist dat ik niet gek was – maar nu weet ik het écht zeker!’ Het festival heeft lang in de vergeetput gezeten. Maar nu onttrekt Ahmir Thompson ze aan de vergetelheid. In het regiedebuut van deze zwarte muzikant zien we de beelden van ‘the Black Woodstock’ voor het eerst: ‘Summer of Soul’.
Het Harlem Cultural Festival verwierf een stuk minder legendarische status dan het Woodstockfestival in datzelfde jaar. En dat terwijl het qua bezoekersaantal niet veel onderdeed: er kwamen 300.000 mensen op af, verspreid over meerdere weekenden. De reden dat het onbekend bleef, lag voornamelijk aan een ander feit: iedereen op het festival was zwart, zowel artiesten als bezoekers.
In de documentaire wordt duidelijk hoe belangrijk dit festival was voor de zwarte gemeenschap. De jaren zestig was voor deze groep een bewogen decennium. In 1968 was Martin Luther King vermoord, drie jaar daarvoor Malcolm X. De Vietnamoorlog vergrootte de onvrede. Het gevoel te moeten vechten voor een land waar de ongelijkheid zo groot was plus de vele (zwarte) soldaten die daar omkwamen zorgde voor rellen in Harlem, de zwarte wijk in New York. De zwarte gemeenschap raakte verdeeld tussen degenen die geweld propageerden en die het afkeurden. Een festivalbezoeker die terugblikt speculeert dat het festival bedoeld was om te voorkomen dat de stad platgebrand zou worden. Inderdaad was het die zomer rustiger in Harlem. Sterker nog: 1969 wordt aangeduid als het jaar van de ‘zwarte revolutie’. Als het jaar waarin ‘de neger stierf en de zwarte man werd geboren’, zoals Al Sharpton, politiek activist, het verwoordt. Het festival was een onderstreping en een aanmoediging van zwarte trots.
Op een knappe manier wordt de muziek verbonden aan de geschiedenis van de zwarte gemeenschap in Amerika in de jaren zestig. Muziek was voor deze groep ontzettend belangrijk. Artiesten als Nina Simone konden uitdrukken wat zwarte mensen voelden. ‘Ze zong ergens op een toon tussen hoop en rouw. Het definieerde een hele generatie, want in haar stem hoorde je onze pijn, maar ook ons verzet,’ vertelt Al Sharpton. De film is dynamisch doordat archiefbeelden worden afgewisseld met livemuziek en nieuwe interviews. De regisseur heeft logischerwijs keuzes moeten maken in welke gebeurtenissen hij laat zien. Wat hij vooral duidelijk wil maken is wat de sentimenten onder de zwarte bevolking waren. Door dit perspectief weet hij dat heel invoelbaar te maken.
Wat de precieze reden is dat de beelden zo lang in de kast zijn blijven liggen, wordt niet helemaal duidelijk. Wat mij betreft is wel duidelijk dat we blij mogen zijn dat ze nu eindelijk onder het stof vandaan zijn.