Afrika is geen land: confronterend maar broodnodig

 7 minuten  Door Floor Schuurmans, Nederlands

Redacteur Floor Schuurmans deelt haar mening over het eerste boek van Dipo Faloyin: ‘Al met al is Afrika is geen land een schitterend portret van een continent dat haast nooit een groot podium krijgt.’


Zing jij rond de feestdagen weleens mee met Do They Know It’s Christmas?, het bekende kerstnummer? Ik mag hopen van niet. Dan maak je je namelijk schuldig aan het in stand houden van schadelijke stereotypen over Afrika en de Afrikaanse bevolking. Ik had zelf nooit goed naar de tekst geluisterd, en had eigenlijk geen flauw benul dat het liedje met zinnen zoals ‘Where the only water flowing / Is the bitter sting of tears’ Afrika neerzet als een gortdroog continent zonder vreugde. Het is een van de vele dingen waar schrijver Dipo Faloyin je mee confronteert tijdens het lezen van zijn boek Afrika is geen land – een confrontatie waar het de hoogste tijd voor is.

Faloyin werd geboren in Chicago, groeide op in het Nigeriaanse Lagos en woont momenteel in Londen. Hij is senior-redacteur bij VICE. Afrika is geen land is zijn eerste boek. Dit is overigens niet te merken: geschreven is een vlotte en soms humoristische stijl leest het makkelijk weg, waarvoor ook hulde aan vertaler Annemie de Vries.

In ruwweg 400 pagina’s verdeeld over acht delen neemt Faloyin zijn lezers mee naar het continent dat door het Westen altijd als een achterlijk, achtergesteld gebied is gezien. Het boek is gebaseerd op een mengelmoes van wetenschappelijke literatuur, krantenartikelen, persoonlijke ervaringen en simpelweg gezond verstand.

Lagos in vogelvlucht

In deel een schetst Faloyin in een paar pagina’s een beeld van Lagos, de grootste stad van Nigeria en zijn thuisstad. Het is een bruisende metropool die in het boek voornamelijk dient om het beeld van Afrika als een uitgestrekte savannevlakte, maar meteen onderuit te halen. In Afrika bestaan ook grote steden à la New York en Londen, waar het verkeer een ingewikkelde dans uitvoert en anderen nét weet te ontwijken. Heus niet iedereen leeft in een lemen hutje. De stad is snel, sneller, snelst en met 21 miljoen inwoners ontzettend druk en vol. Lagos bruist, en vrolijkheid overheerst.

Een panorama van Victoria Island in Lagos, Nigeria. Vooraan zijn lagere gebouwen te zien, achteraan rijzen hoge wolkenkrabbers de lucht in.
Foto van Victoria Island in Lagos, Nigeria. Bron: OpenUpEd via Flickr.

Lijnenspel

Deel twee beschrijft de wijze waarop ‘de machtigste landen van Europa samenspanden om een heel continent te verdelen en te verslinden’. Als student geschiedenis was ik me wel al bewust van Europese willekeur in het trekken van grenzen over het Afrikaanse continent. Vandaag de dag bestaat nog steeds dertig procent van Afrikaanse grenzen uit kunstmatige rechte lijnen. Verschillende etnische volken werden bij elkaar in een arbitrair afgebakend stuk land gegooid, terwijl andere volken uit elkaar werden gerukt. Nomadische volken zoals de Maasai en de Anuak konden hun manier van leven niet meer voortzetten en moesten kiezen voor een verblijfplaats in één land. Het boek voegt veel toe aan mijn kennis en beeld hierover. In de geschiedenisboeken wordt het proces in pakweg drie regels uitgelegd. Faloyin besteedt veel meer aandacht hieraan. Hij geeft concrete voorbeelden die je doordringen van het feit dat Europese kolonisatoren Afrika het leven ongelooflijk zuur hebben gemaakt. Of preciezer gezegd: Europeanen hebben duizenden levens verwoest. 

Witte redders? Nee, bedankt

Het derde deel van het boek was wellicht wel het meest confronterende stuk voor mij, een wit meisje uit een welvarend land. Centraal staat namelijk de ‘witte redders-beeldtaal’ en het bijbehorende ‘witte-reddercomplex’. Afrika kan en moet gered worden, en dit kunnen Afrikanen niet zelf. Nee, dit moet gedaan worden door witte redders (het allerliefst natuurlijk uit de Verenigde Staten). Het eerdergenoemde kerstliedje Do They Know It’s Christmas? van Band Aid is hier een goed voorbeeld van. Om geld in te zamelen voor de hongersnood in Ethiopië trok Bob Geldof de grootste artiesten van dat moment aan, onder wie George Michael, Duran Duran, Phil Collins en Spandau Ballet. Een alleraardigst ideaal, maar ‘Een lied dat gemaakt was om een heel specifieke crisis te helpen oplossen, noemt niet één keer de crisis waarvan het ons zo wanhopig graag op de hoogte wil brengen.’ Het nummer ging elke nuance vakkundig uit de weg en zwengelde bestaande stereotypen nog eens extra aan. Faloyins grootste kritiek is dat ‘de waarheid het debat een andere wending [had] kunnen geven naar samenwerking aan een duurzamere oplossing’. Een betere aanpak is om in gesprek te gaan met Afrikanen uit de landen die je zou willen helpen. Welke duurzame hulp wensen ze daadwerkelijk?

Politiek tumult

In het volgende deel kruipt Faloyin in de pen om het verhaal van de democratie in zeven dictaturen te vertellen. Na de onafhankelijkheid van Europese kolonisatoren ontstonden er machtsvacuüms in de nieuwe, jonge landen, verscheurd door etnische conflicten. Deze werden regelmatig opgevuld door de belangrijkste onafhankelijkheidsstrijders, die zich later zouden ontpoppen tot machtsdronken, wrede tirannen. Veel informatie over deze historie van Afrika was nieuw voor mij. Dit is niet zo verrassend, als je bedenkt dat de (vroeg)moderne geschiedenis van dit hele continent in één week van het vak (Vroeg)moderne Geschiedenis werd gepropt.[efn_note]Ik heb het hier over het vak (Vroeg)moderne Geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Een vak als Wereldgeschiedenis heeft helaas moeten plaatsmaken voor Onderzoekslab I.[/efn_note] En o ja, in diezelfde week jasten we ook de (vroeg)moderne geschiedenis van Azië er doorheen. Het is een doodzonde dat het universitaire curriculum hier zo snel voorbij sprint. Voor iedereen die geïnteresseerd is in politieke geschiedenis is dit deel van het boek dan ook een echte verrijking.

Wat de media fout doen

In deel vijf gaat Faloyin de strijd aan met schadelijke stereotypen in populaire media, een strijd die de inmiddels overleden Keniaanse acteur en activist Binyavanga Wainaina decennia geleden al begon.

‘Er is weinig dat het continent zo in frustratie verenigt als de karikaturaal onjuiste manier waarop Afrika en zijn bevolking in de populaire cultuur worden geportretteerd.’

De auteur toont het stereotiepe beeld van Afrika op sprekende wijze: hij schetst een filmscript met zoveel herkenbare thema’s, motieven en beelden dat het me geen enkele moeite kostte om in te beelden. Het maakt je pijnlijk bewust van het feit dat Hollywood en andere westerse media Afrika en zijn inwoners inderdaad altijd op dezelfde manier afbeelden.

Een foto van de Keniaanse acteur en activist Binyavanga Wainaina. Hij is vanaf de zijkant te zien en draagt een zwarte blouse met roodomrande lichtblauwe bolletjes in een zigzagpatroon.
De Keniaanse acteur en activist Binyavanga Wainaina (rechts) bij het PICNIC Festival in Amsterdam, 2008. Bron: Erik (HASH) Hersman via Flickr.

Gestolen erfgoed

Ook de zeer actuele kwestie van het gestolen materiële erfgoed komt aan bod, in deel zes. Negentig procent van het materiële cultureel erfgoed van Afrika wordt buiten het continent bewaard. Europeanen hebben volledige dorpen en steden platgebrand en uitgemoord, zodat ze de waardevolste schatten van Afrika konden uitstallen in het moederland. Soms hadden ze hier nog een slappe smoes voor nodig: zo voerden de Britten een militaire operatie uit om een aantal gijzelaars te bevrijden, waarvoor ze blijkbaar ook de expertise van een curator van het British Museum nodig hadden. Discussies over de teruggave van erfgoed worden steeds vaker gevoerd, maar verlopen vaak stroperig. Musea zijn terughoudend als een mogelijk verlies van topstukken dreigt. Het oude argument: ‘maar wij kunnen daar nu toch niks meer aan doen?’ wordt nog vaak aangedragen door musea. Kom op zeg, wat een slappe hap.

‘Er is geen reden om aan te nemen dat Afrikaanse musea niet graag bereid zouden zijn om objecten aan westerse musea uit te lenen als ze daartoe de kans kregen. Tenzij je natuurlijk bang bent dat ze het Westen zullen behandelen zoals zij zelf behandeld zijn.’ – p. 319

‘De onze is lekkerder’

In deel zeven steekt Faloyin een lofzang op over jollofrijst. Elk land bereidt dit rijstgerecht op een net andere manier, wat een bron is van nationale trots. De onderlinge strijd om de lekkerste versie, de zogeheten ‘jollof-oorlogen’, biedt Afrikaanse landen de kans om hun individuele prestaties te tonen. Dit zijn ze niet gewend: ze worden vaak over één kam geschoren. De boodschap van de titel wordt nog maar eens duidelijk: Afrika is geen land. Er bestaan veel verschillende nationale en culturele verschillen binnen dit omvangrijk continent.

Een wit bord met daarop oranjegekleurde jollofrijst, geserveerd met stoofvlees en sla.
Een voorbeeld van jollofrijst. Deze versie is afkomstig uit Ghana. Bron: Noahalorwu via Wikimedia Commons.

En hoe gaat het nu?

Het laatste deel kijkt naar het heden, en voorzichtig naar de toekomst. Welke acties zorgen nu voor vooruitgang? Van de #EndSARS-beweging in Nigeria[efn_note]De Special Anti-Robbery Squad (SARS) was een politie-eenheid waar grootschalige machtsmisbruik en afschuwelijke misdaden plaatsvonden.[/efn_note] tot de uitgebreide campagne van Tanzaniaanse president Samia Suluhu Hassan om geweld tegen vrouwen en femicide in Tanzania te verminderen na druk van protestanten. Ook de rol van klimaatverandering en Nollywood legt Faloyin onder de loep.

Alle lof voor Faloyin

Al met al is Afrika is geen land een schitterend portret van een continent dat haast nooit een groot podium krijgt. Soms valt Faloyin in de herhaling, maar aangezien ik ben opgegroeid met een moeder en oma die álle verhalen minstens twintig keer vertellen, heb ik altijd geleerd dat de kracht juist in deze herhaling zit. Daarnaast zijn Afrika en Afrikaanse geschiedenis zo lang onderbelicht gebleven dat herhaling een welverdiende inhaalslag is. Het is Faloyin dus vergeven. De boodschap is duidelijk, en voor mij is duidelijk dat dit boek verplichte kost zou moeten zijn – voor iedereen.

Floor Schuurmans is tweedejaars student geschiedenis. Ze volgt de specialisatie ‘Maatschappelijke uitdagingen. Crises, ongelijkheid en duurzaamheid’ en vervult de rol van eindredacteur binnen de Aanzet.

Beeld bovenaan: Dipo Faloyin, Afrika is geen land. De Bezige Bij, Amsterdam, 2022. 409 pagina’s, €29,99.

Lees verder

Lees ook